Leendert Jan van der Kuijl en Johanna Schreiber, beiden geboren in Vlissingen trouwen op 16 april 1862. Leendert Jan werkt als schilder bij de Rijkswerf in Vlissingen. Dit beroep beoefent hij tot zijn dood in 1875. Hij is de zoon van Leendert Jan en Pieternella Monnier. De broer van Leendert Jan, Bastiaan, trouwt met de zus van Johanna, Francina.

De oudste zoon wordt op 27 juli 1862 geboren als eerste kind van het gezin. In die tijd is het een goede gewoonte om de oudste zoon te vernoemen naar Pa. Hij heet dan ook Leendert Jan van der Kuijl.

Leendert Jan junior krijgt nog 4 broers en zussen. Broertje Johannes sterft jammerlijk 1 maand oud op 27 november 1863. Zus Pieternella wordt vernoemd naar oma van der Kuijl en geboren op 20 november 1865. Op 30 mei 1867 wordt zusje Barbera geboren. Zij is vernoemd naar haar overgrootmoeder van haar moeders kant, Barbara van den Broek, de moeder van Johannes Schreiber, de oma van Barbera. In 1869 wordt er weer een broertje geboren in Vlissingen. Ook hij wordt weer vernoemd, nu naar zijn opa van moeders kant: “Johannes”.

Tussen 1869 en 1872 vertrekt het gezin, bestaande uit vader Leendert Jan, moeder Johanna, oudste zoon Leendert , oudste zus Pieternella, jongste zus Barbera en broertje Johannes, naar Amsterdam. Hoogst waarschijnlijk al in 1869 als de marinewerf in Vlissingen sluit.

Het gezin zal met een marineschip met hun huisraad aan boord naar Amsterdam zijn vervoerd. Toen nog via Den Helder en het Noordhollands kanaal daar het Noordzeekanaal nog niet was gegraven. Ook broer (zwager) Bastiaan en (schoon)zus Francina komen op deze manier in Amsterdam terecht. Bastiaan gaat als timmerman en Leendert Jan als schilder aan de gang op de Rijkswerf in Amsterdam. Broer Christiaan verlaat eerder Vlissingen met zijn gezin en gaat per schip naar Den Helder. Hij gaat als timmerman te werk op de Rijkswerf en bouwt daar zijn bestaan op.

Het leven in de grote stad brengt het gezin van Leendert Jan niet veel goeds. 28 januari 1872 overlijdt moeder Johanna. Barbera wordt op 2 februari opgenomen op de afdeling vrouwenziekten in het Buitengasthuis. 12 februari komt ook Petronella in het ziekenhuis. Barbera ligt in krebbe 26 16. Petronella in krebbe 26 15. De zusjes liggen dus naast elkaar. Barbera en Petronella worden beiden ontslagen op 9 maart. Het lijkt erop dat de cholera heeft toegeslagen in de Foeliedwarsstraat waar zij dan wonen.

Vader Leendert Jan blijft achter met zijn vier kinderen. Het gezin moet draaiende gehouden worden en op 30 oktober 1872 trouwt Leendert Jan met Sophie Maria Verheijden. Dit huwelijk wordt beklonken met de geboorte van Maria Sophie.

Ook dit geluk houdt geen stand. Wonende in de Hasselaersteeg 213 ring 2 komt halverwege het jaar 1874 op 25 juni Barbera weer in het ziekenhuis terecht. Tot 17 augustus zal zij daar blijven.

Eind december 1874 slaat het noodlot toe. Er heerst een ziekte in het gezin. Op 30 december komt vader in het ziekenhuis terecht en een dag later beide zoons en dochters, Leendert Jan, Pieternella, Barbera en Johannes. Ook hier lijkt cholera in het spel. Vader Leendert Jan overlijdt in het ziekenhuis op 12 januari 1875. De kinderen gaat het beter af. Leendert Jan en Barbera worden op 2 maart 1875 ontslagen en Johannes en Pieternella op 26 maart.

Sophie krijgt nu de zorg over 5 kinderen. In die tijd een zware opgave. Oudste zoon Leendert gaat op 8 december 1875 als 15-jarige jongen bij de marine. Al in 1877 overlijdt Barbera op 9-jarige leeftijd. In 1878 wordt Johannes uitbesteed aan het Beudeker gesticht en komt uiteindelijk in Overijssel bij een boer terecht. In 1885 werkt Pieternella als 19-jarige als dienstbode in Goor en overlijdt daar in juli 1885.

Johannes krijgt van beide zussen een overlijdensbericht. Van Leendert Jan verneemt hij tot 1938 niets meer en Johannes gaat er vanuit dat hij alleen op de wereld is. Hierover meer in het volgende blog: Een wonderlijk verhaal