Als sinds eeuwen heeft de familie van der Kuijl verbinding met de zee. Zo ook ene Cornelis van der Kuijl. Waar deze Cornelis zich bevindt in de familie is niet duidelijk, maar bij aanmonstering komt hij uit Middelburg.
Op naar Ceylon
Op 9 oktober 1749 vertrekt Cornelis vanuit Rammekens met het schip Gerechtigheid met als bestemming Ceylon.
De Gerechtigheid is een schip met een lengte van 136 voet (41,5 meter). Het laadvermogen is 850 ton en de bemanning varieert van 225 tot 277 koppen. Het schip is gebouwd in 1742 voor de kamer van Enkhuizen en in gebruik bij de VOC van 1742 tot 1763. Deze reis wordt er gevaren voor de kamer Zeeland, de schipper is Martin Lop en er zijn 248 mensen aan boord.
Cornelis neemt dienst als oploper. Oploper is een Zeeuwse benaming voor hooploper. Een hooploper was een matroos in een lage rang, ook bekend als lichtmatroos. Deze ongeoefende lichtmatrozen hielpen de volmatrozen bij hun werk, zij zijn dus vergelijkbaar met jongmatrozen.
Na een tussenstop op de rede in Duins in het kanaal (The Downs) op 21 oktober 1749 komt op 8 februari 1750 het schip aan op de Kaap. Er zijn 24 man overleden gedurende de reis.
Bijna de gehele maand februari wordt het schip weer in orde gemaakt en bevoorraad om de oversteek naar Ceylon te beginnen. 14 man blijven achter op de Kaap. Op 6 maart is het zover, het schip vertrekt van de Kaap.
Het wordt weer een hele reis. 152 dagen na vertrek uit de Kaap komt Ceylon in zicht, er zijn dan 300 dagen verstreken na vertrek uit Nederland.
Op 1 februari 1751 vertrekt hij met het schip Gerechtigheid van Ceylon naar de Kaap. Nu met slechts 83 zeevarenden, 18 soldaten en 5 impotenten (impotenten zijn personen die om verschillende redenen uit de actieve dienst van de VOC waren gezet en meestal naar Europa werden teruggestuurd.)
71 dagen na vertrek komt het schip op 13 april 1751 aan op de Kaap, behoorlijk wat sneller dan de heenreis. Na zo’n 2 weken voorraden aan boord nemen gaan ze op 28 april naar Nederland. 4 man bliven achter. Zij komen op 5 augustus aan in Rammekens. Cornelis is dan 665 dagen van huis geweest.
Naar Batavia
Het zeemansleven bevalt Cornelis goed, of de verdiensten zijn goed of hij kan niet beter krijgen. In ieder geval monstert hij wederom aan op de Gerechtigheid. Na een verlof van 7 maanden vertrekt hij wederom in Rammekens als oploper op 15 februari 1752 naar dit keer Batavia. het vak van matroos is toch moeilijker dan we dachten, of Cornelis was niet zo slim, promotie zat er niet in. Ook deze keer is Martin Lop kapitein, aan boord 135 zeelieden, 84 soldaten, 14 ambachtslieden en 3 passagiers. Deze keer komt het schip 105 dagen na vertrek aan op de Kaap. Iets sneller dan de vorige keer, de winden waren waarschijnlijk iets gunstiger. Wel stierven er 8 zeelui. Het schip ligt 21 dagen voor anker op de Kaap alvorens het op 20 juni vertrekt naar Batavia. In Batavia blijven 3 zeelieden, 14 soldaten en 1 ambachtsman achter. 18 zeelui en 7 soldaten monsterden aan.De reis naar Batavia duurt zon 2 maanden. Een half jaar na vertrek bereikt de Gerechtigheid op 21 augustus Batavia.
Pas in 1759 begint voor Cornelis een terugreis. Wat hij in de tussentijd allemaal heeft gedaan is niet bekend, misschien heeft hij tussendoor wel een reis gemaakt, maar dat is niet bekend. In ieder geval vertrekt hij op 2 februari 1759 met het schip de Voorland vanuit Batavia. Kaptein is Isaak van den Berg en 125 man aanvaarden de terugreis. De Voorland is een schip met een lengte van 150 voet (zo’n 46 meter) en kan 1150 ton vervoeren. Er zijn 218 tot 456 koppen voor nodig om het schip te mannen. Wederom duurt de reis 2 maanden, op 7 april verschijnt de Kaap aan de kim. Slechts 2 weken zijn er nodig om het schip weer klaar te maken voor het laatste stuk. Op 21 april verdwijnt de Kaap achter de horizon en begint de reis, van nu 139 dagen. 217 dagen na vertrek uit Batavia, 2761 dagen na zijn aanmonstering in 1752 komt Cornelis op 7 september 1759 weer aan in Nederland, nu op de rede van Texel, wat zal zijn moedertje Maria van Loo weer blij zijn geweest.
Een reis met slechte afloop
Cornelis heeft het vak geleerd, als matroos vertrekt hij op 9 oktober vanaf de rede van Rammekens naar Batavia. Schipper Gerrit Reyndertsz Vos is kapitein op de Tulpenburg een neemt ook Cornelis onder zijn hoede. De Tulpenburg is net als de Voorland een schip van 150 voet en kan ook 1150 ton vervoeren. Zal wel een standaard schip zijn geweest. 187 zeelui, 75 soldaten, 7 ambachtslieden beginnen de reis. 13 zeemannen zijn overleden als het schip op 12 januari 1763 aankomt op de rede van de Kaap.24 zeelieden blijven achter, waaronder 5 deserteurs. Ook 12 soldaten blijven op de Kaap. 4 verse zeemannen komen aan boord, net als 3 soldaten en een passagier. Zij vertrekken op 15 februari naar Batavia. Op 166 mei 1763 komt Batavia in zicht. Voor Cornelis een hernieuwde kennismaking. Voor 20 van zijn colleaga’s niet. Zij overlijden samen met 5 soldaten op de reis naar Batavia.
Op 25 juni, 625 dagen na zijn aanmonstering overlijdt Cornelis in Azië. 25 dienstjaren aan boord van een VOC schip hebben zijn tol geëist. Cornelis komt niet meer thuis.Zijn verdiende geld gaat naar Maria van Loo, zijn moeder. Een mevrouw van der Kuijl zal er dan ook niet zijn geweest.